Bij MeiDy kun je terecht voor Intensieve Ambulante Gezinsondersteuning (IAG).
IAG bestaat uit drie fases: de startfase, de veranderfase en de afrondingsfase. Onze gezinsbehandelaars gebruiken verschillende technieken, zoals oplossingsgerichte gespreksvoering, psycho-educatie, het aanleren van vaardigheden, gezinstherapeutische methoden en het versterken van het sociale netwerk.
De duur van de behandeling en hoe vaak we langskomen, stemmen we altijd af op het gezin.
Het doel van IAG is om ouders sterker te maken in de opvoeding, zodat opvoed- en gedragsproblemen en de ervaren belasting verminderen.
Wij geloven dat problemen het beste aangepakt worden waar ze ontstaan: thuis. Samen met ouder(s)/verzorger(s) stellen we duidelijke en haalbare doelen op. Ook jongeren nemen actief deel. Kleine stappen en snelle succeservaringen geven gezinnen weer vertrouwen.
We ondersteunen niet alleen met gesprekken, maar zijn ook praktisch aanwezig in het gezinsleven: we schuiven aan bij de lunch, helpen in de ochtendspits of zijn er op moeilijke momenten. Zo ontdekken we samen wat goed gaat en waar nog knelpunten liggen. We zijn niet afwachtend: we grijpen in als grenzen worden overschreden en benoemen direct positieve ontwikkelingen.
• Duur: gemiddeld 6 tot 12 maanden
• Frequentie: meestal 2 tot 3 huisbezoeken per week
• Opbouw: in het begin intensief aanwezig, later steeds meer loslaten zodat het gezin zelfstandig verder kan
Tijdens de behandeling activeren we de gezinsleden en kijken we vooral naar wat er al goed gaat. Gezinnen vergeten dat soms door alle zorgen. Samen zoeken we naar plezier, kracht en steun. Ook kijken we naar het netwerk: wie kan helpen als het lastig wordt? Waar kun je even opladen? En wie zet jou weer in je kracht?
“Toen MeiDy begon in ons gezin, hadden we er weinig vertrouwen in. Er was al zoveel gebeurd. Maar met MeiDy is er echt iets veranderd. Ze waren betrokken en keken echt naar wat wij nodig hadden.”
“MeiDy heeft ons als ouders weer in onze kracht gezet. Samen met onze zoon hebben we mooie doelen bereikt en weten we nu beter hoe we met ruzies om moeten gaan.”